Naar Queensland

En dan is het opeens warm. Tropisch warm. Het kwik komt dagelijks tot minimaal 25 graden en de omgeving ziet er tropisch uit. De palmbomen kenden wij al wel, maar nu zien wij ook de sugar-cane plantages. De bananenplantages kunnen niet meer ver weg zijn, want de bananen zijn spot goedkoop.

Wij stoppen bij een mooie camping bij  Yamba. Er is een waterparadijsmet 4 glijbanen wat Thuur heel erg leuk vindt. Hij is er wel 50 keer af gegaan. Steeds achter elkaar, het liefst van de grootste en de snelste. Om de beurt gingen Martijn en Idelet met hem mee en vaak ging hij ook alleen. Het waterparadijs is een welkome verkoeling van het warme weer. 

Na 2 dagen op deze camping rijden wij door naar Byron Bay. In deze hippie-stad is de New Age-cultuur ontstaan. Wij zien opvallend veel mensen met dreadlocks en op blote voeten lopen. Echt heel anders dan Yamba, wat een hele normale badplaats is. In Byron Bay blijven wij 3 nachtjes slapen op een camping in de stad. Wij bezoeken de vuurtoren, het strand en de Byron Bay-market. De weg naar de vuurtoren is een bergpaadje naar boven. Onderweg zien wij grote hagedissen en een school dolfijnen. Wij blijven staan om foto's te maken. Het is mooi om te zien wanneer ze alle 6 boven de golven uit springen. Dit is het meest oostelijke punt van Australie. 

Vanuit Byron Bay rijden wij door naar Birra Burra. Een klein dorpje in het nationale park: Lemington. Helaas blijkt de camping vol. Het is paasvakantie in Australie (vast ook in Nederland) en daarom is het overal super druk. Gelukkig is er nog wel een plekje in een safari-tent. En zo slapen wij in een safari-tent. Het is een beetje ongemakkelijk want wij koken en eten in de camper en slapen dan weer in de tent. De camping is echt super-relaxed. Mensen maken een vuurtje voor de tent en zien er erg vrolijk uit. Het uitzicht is heel erg mooi. Vanaf een bankje kan je zo de Goldcoast (grote stad aan de kust) en de oceaan zien liggen. De volgende dag maken wij nog een paar kleine wandelingetjes door dit mooie park. Idelet kan hier zo een week blijven. 
's Middags rijden wij door naar Ipswich. Hier staat een mooi, ruimopgezet spoorwegmuseum. Er is veel ruimte om met treinen te spelen en treinen te bekijken. 

Als wij weer vertrekken uit Ipswich zien wij aan de kant van de weg een bord staan met Cairns 1977 km. Toch nog wel een eind te gaan voor 3 weken. 

Wij boeken een tour om een dag naar Fraser Island te gaan. Dit is een eiland van zand. Oppervlakkig gezien doet het ons erg denken aan Texel. Texel vinden wij een heerlijk eiland en Fraser Island is dat ook. Met een hele grote 4x4D-bus rijden wij naar het eiland. De jongens vinden het ge-wel-dig! Thuur en Kian zitten prinsheerlijk in hun eigen kinderstoeltjes bij het raam. Onderweg stoppen wij bij Lake Mc Kenzie. Een super schoon meertje waar het heerlijk is om te zwemmen. Helaas mogen wij maar een uurtje hiervan genieten en dan gaat de bus weer verder. 's Middags mogen wij nog een keertje het water in. Nu bij het riviertje Eli Creek. Ook hier is het weer super schoon. De broeken van Thuur en Kian zijn binnen no-time kletsnat, maar dat geeft helemaal niets. 's Avonds genieten wij na in een restaurantje met uitzicht op Fraser Island van een lekker visje. 

Vanwege Pasen is het overal super druk. Daarom kunnen wij helaas niet naar het dorpje 1770 wat aan zee ligt. Wij besluiten daarom om naar Cania gorge te gaan. Bij deze gorge is een mooie camping met diverse zwembaden en wij willen wandelen in deze mooie gorge. De camping is inderdaad wat de plaatjes beloven. Thuur en Kian vermaken zich prima in het zwembad en Martijn en Idelet genieten vooral van de mooie natuur. Idelet wil graag nog verder reizen naar Carnavon NP. Het is een erg mooi park, maar ook wel weer een heel eind rijden. De jongens vinden het vele reizen moeilijk. Vooral Kian vindt het lastig. Als Thuur op de 2e avond in Cania gorge zegt dat hij verdrietig omdat wij de volgende dag weer zo ver moeten reizen, passen wij ons reisschema aan. Wij gaan niet het binnenland in maar weer terug naar de kust. Dat scheelt wel zo'n 500 km reizen. De volgende dag blijven wij nog een dagje op de camping met de mooie glijbanen.

Na Cania gorge rijden wij naar Rockhamton. Onderweg willen wij stoppen in een dorpje om te lunchen. Als wij een tentje zien gaat Idelet even gaat kijken of het geschikt is om met de jongens te eten. Eenmaal binnenkomen blijkt al snel dat het een pub is. Een pub is in Australie een cafe waar je alleen kan drinken en kinderen niet naar binnen mogen. De sfeer in de pub voelt niet zo goed aan. En op het moment dat Idelet zich dat realiseert komt er een pitbull de trap afgelopen, samen met 2 jongens van zo'n 18 jaar oud. Op haar aller bescheidendst vertelt Idelet dat zij alleen maar even kwam kijken en zich afvroeg of je hier ook een hapje kan eten. Een van de jongens antwoordde dat eten niet mogelijk is. Vervolgens liet Idelet de jongens (en vooral de hond) voorgaan en toen zag zij aan de hand van een van de jongens een slang kronkelen. Met kloppend hart stapte zij de camper weer in om bij te komen van de schrik. Martijn was niet erg onder de indruk van haar verhaal en reed daarom vrolijk verder. Op naar de lunch! 

Onderweg zien wij een bergachtig, leeg landschap. Martijn en ik houden hier erg van en genieten volop. In Rockhampton gaan wij 's avonds steaks eten. Rockhampton is de export-stad van rundvlees in Australie. Idelet wil graag nog stoere cow-boy-laarzen kopen, maar helaas komt het daar niet van. De steaks zijn wel VERRUKKELIJK! En groot! Zelfs de lasagne van Kian, waar natuurlijk buiten de pasta alleen vlees in zat, was heerlijk. Verder heeft Rockhampton niet veel te bieden dus blijven wij maar 1 nachtje. 

Kian vindt overigens dat er veel campings zijn in NZ en in Australie. Toen wij vandaag uit Rockhampton vertrokken om naar een andere camping te gaan wist hij er nog wel een mooie aan de andere kant van de stad. Deze hebben wij maar niet gekozen, maar het was natuurlijk wel dichtbij! We zijn naar Mackay doorgereden. Nu nog maar 800 km naar Cairns!

Groeten, Martijn, Idelet, Thuur en Kian.